De Heere Jezus heeft aan Petrus iets van zijn toekomst bekend gemaakt. Petrus zal een lijdensweg moeten gaan. “Als u oud geworden bent, zult u uw handen uitstrekken, en een ander zal u omgorden en u brengen waar u niet heen wilt.” Waarna Jezus meteen tegen Petrus zei “Volg Mij”

Nu een tipje van de sluier wordt opgelicht voor Petrus, stelt Petrus meteen een vraag. Een vraag die niet over hemzelf gaat, maar over Johannes. Petrus is nieuwsgierig naar de toekomst van Johannes.

Op zichzelf genomen is het niet vreemd dat hij belangstelling toont voor Johannes. Johannes is immers de discipelen met wie Petrus zoveel heeft opgetrokken in de afgelopen weken, in de afgelopen jaren. Hoe zal dat zijn voor de komende tijd? Petrus zal een lijdensweg gaan, in de jaren die volgen. Maar Johannes dan? De discipel, voor wie Jezus bijzondere liefde had? Zullen Petrus en Johannes ook in de komende tijd veel optrekken? Of zullen hun wegen zich van elkaar scheiden?

Petrus is nieuwsgierig naar wat de toekomst zal brengen. Iets van die nieuwsgierigheid zult u vast wel begrijpen. Hebben wij dat ook niet geregeld? Hoe zal het gaan in de komende vijf jaren in mijn werk of bedrijf? Als ik mijn opleiding af heb, waar zal ik dan terecht komen? Hoe zal het gaan met mijn zoon, mijn dochter, na een verhuizing, na een huwelijk? Hoe gaat het met onze plaatselijke gemeente in de komende tijd? Vragen, die je niet uit verkeerde nieuwsgierigheid stelt. Maar uit belangstelling en liefde: wat zal de toekomst ons brengen? Vragen, waarin ook vertrouwen doorklinkt: hoe zal God onze levensweg leiden?

Dat zijn vragen, die we juist ook bij de Heere Jezus mogen brengen en noemen. Dat die vragen bij ons leven en dat we onszelf, onze geliefden, Gods kerk aan de Heere opdragen. “Heere, wilt u erbij zijn, wilt u helpen, sterken, zegenen?” Een vraag waar Petrus en wij ook terecht mee naar Jezus gaan. De Heere Jezus heerst immers over heden en toekomst. Hij zit als Koning op zijn troon en regeert over kerk en wereld. Alle macht is Hem gegeven, alles ligt in zijn handen. Hoe heerlijk om te weten dat Hij onze levensweg bepaalt! Wat een rust en troost te geloven, dat Jezus de macht heeft over heden en toekomst!

Met deze vraag erkent Petrus dus de macht en glorie van de Heere Jezus. Alsof Petrus zegt “U kent de toekomst, u beheerst de toekomst, u kunt vertellen hoe het zal gaan met mij, met Johannes.”

Toch is er een grote maar. Ook al is deze vraag van Petrus wel een erkenning van de macht en glorie van Christus. En ook al is de vraag van Petrus wel begrijpelijk. Toch krijgt Petrus een antwoord van de Heere Jezus, waarin Petrus moet leren zien dat deze vraag ongepast is. Dat in de vraag van Petrus ook schuilgaat een verkeerde nieuwsgierigheid.

Jezus zegt: “Als Ik wil dat hij blijft totdat Ik kom, wat gaat het u aan? Volgt u Mij!” Een duidelijk antwoord. Het ligt inderdaad in de bevoegdheid van Jezus, om te heersen over heden en toekomst. “Als Ik wil dat hij blijft totdat Ik kom” Ja, Ik heb de macht om de toekomst van Johannes te sturen en te kiezen. “Als Ik wil dat Johannes blijft leven tot mijn wederkomst” Dat kan Ik geven aan Johannes, het ligt binnen mijn macht.

Ik stuur jouw leven, Petrus, ik stuur Johannes leven. Dat geldt voor Petrus en Johannes, dat geldt voor al Gods kinderen. Ja, zegt Jezus, Ik ken ieder schaap bij name. En leidt hen in de rechte sporen. De sporen die Ik goed acht voor elk schaap. Hoe lang het leven zal duren. Wanneer en welke vreugde er zal zijn, of ook verdriet. Wanneer en welke moeite en ziekte er zal zijn, of ook gezondheid. Wanneer en welke verbondenheid er zal zijn met anderen, en contact. Of eenzaamheid en stilte.

Ieder schaap krijgt wat Jezus goed voor hem of haar acht, wanneer Hij het goed acht, hoeveel Hij het goed act. Gelet op eigen situatie, en eigen kracht om te dragen. Gelet op Gods eer en de komst van zijn Koninkrijk. Wat goed is, wat vruchtbaar is, wat zegenrijk. Niemand zal boven vermogen worden verzocht. Niemand zal te weinig ontvangen. Ieder krijgt wat goed is, zowaar Jezus echt de Goede Herder is.

Maar Petrus, “wat gaat het u aan?” zegt Jezus. Jezus spreekt tot Petrus over Petrus’ toekomst! Niet over die van Johannes. “Blijf bij de les, Petrus. Laat je niet afleiden door die voetstappen achter ons, door Johannes die ons volgt. Let op mijn woorden, let op mijn onderwijs. Wees niet nieuwsgierig naar dingen die Ik voor jou verborgen houdt. Kijk in de dingen die ik geopenbaard heb.”

En wat heeft Jezus aan Petrus geopenbaard? “Volgt u Mij” Opnieuw klinkt die duidelijke oproep uit Jezus’ mond. Petrus moet één ding doen. Net letten op anderen. Niet wroeten in dingen verborgen achter het sluier van de toekomst. “Petrus, Laat je niet afleiden van de taak die jijzelf hebt. Richt je oog op jezelf. Richt je oog op Mij. Volgt ú Mij!”

Een belangrijke les, voor Petrus, voor ons allen. Om ons niet te laten afleiden. Om niet naar anderen te kijken. Om niet te ver in het voren te kijken.

Leren om te concentreren op de roeping die de Heere u, jou en mij nu geeft. De toekomst is ons niet geopenbaard. Wie weet wat de Heere brengt? Volgende week, volgend jaar? We kunnen nog niet eens één dag in het voren kijken. Voor onszelf niet, voor anderen niet. Zo zegt Jezus ook tegen ons. Laat je niet afleiden door verkeerde nieuwsgierigheid. Maar doe vandaag wat trouw is en goed. En leg je hoofd dan te ruste. Morgen weer een nieuwe dag om te doen wat die dag brengt.

En weet u wat zo mooi is? Bij Jezus Christus kan dat ook. Hij beheerst immers de toekomst?! Als je dat weet, als je dat werkelijk gelooft, dan kan je ook echt in vertrouwen aan Hem overlaten wat de toekomst brengt. Voor jezelf, voor je geliefden.

Als je Jezus volgt, dan weet je: Hij zelf is daar bij. Want je volgt Hem toch? Dan blijf je dus dichtbij Hem. En dan is het goed.

Of je levensweg lang zal zijn of kort. Of het een weg zal zijn vol verdriet en zorgen, of juist met weinig zorgen en veel vreugde. Of dat het weer anders gaat. Let niet op anderen. Wat gaat het u aan? Let op Mij. Volgt u Mij.

Vertrouw Mij maar… Want in vertrouwen op Mij zult u vrede vinden. En rust voor de weg die u gaan zult.

Wie Mij ziet. Die kijkt niet langs Mij heen, verder in de toekomst. Die ziet Mij. En die ziet daardoor precies wat genoeg is voor elke stap in dit leven, die hij zetten moet. En dan is het goed.

Lezen Joh. 21:20-25