Meditatie over Markus 6:14-29

Het levenseinde van Johannes de Doper is echt verschrikkelijk. Op bizarre wijze wordt hij afgeslacht in de stilte en het duister van zijn cel. Zijn hoofd wordt op een schotel gelegd en gebracht van Herodes Antipas. Hoe is het zover gekomen? Dat heeft alles te maken met deze machthebber Herodes Antipas.

Deze Herodes leidde een goddeloos leven. Hij en zijn vrouw Herodias waren beide gescheiden van hun eerste vrouw, om met elkaar te kunnen trouwen. Bovendien was Herodias eerst Filippus’ vrouw, een broer van Herodes Antipas. En zij was ook nog eens een nichtje van beide mannen, een oomzegger (Herodias was namelijk een kleindochter van Herodes de Grote). En Johannes de Doper had daar eerlijk en open iets van gezegd. “U mag haar niet als vrouw hebben.” Hij getuigde van Gods Woord naar ieder, zonder blad voor de mond te nemen. Zonder te letten op de mogelijke gevolgen van zijn getuigenis. Maar, het kwam hem duur te staan. Johannes werd gevangen genomen en opgesloten.

Maar het gekke was nu, Herodes Antipas kon er toch niet toe komen om Johannes de Doper te vermoorden. Daarvoor had hij weer teveel waardering voor Johannes. Hij beschermde hem zelfs, tegen de kwade plannen van zijn vrouw Herodias. Want hij wist dat Johannes een rechtvaardig en heilig man was. Blijkbaar had Herodes last van zijn geweten. Toch – dat is zo verdrietig – bekeerde hij zich niet. Blijkbaar kan dat. Wel waardering hebben. Wel bewondering uitten voor God en zijn Woord. Maar toch niet echt vrucht dragen van geloof en bekering.

Wat is het gevolg daarvan? Daardoor krijgt de satan alle ruimte om zijn tijd af te wachten. En zijn sluwe plannen uit te voeren. Kijk maar, op Herodes’ verjaardag gaat ’t mis. Het is feest, met mannen van macht. Hoe ziet dat er uit? Waarschijnlijk met veel eten, en veel drank. En veel dwaasheid, dat komt er dan vaak ook bij. Herodias stuurt haar dochter, nog een tiener waarschijnlijk. Zij danst mooi. Verleidelijk. Aantrekkelijk. De mannen vinden het prachtig. En Herodes zweert in zijn dwaasheid dat ze een beloning zal krijgen. Wat vraagt ze? Het hoofd van Johannes de Doper. Nu ogenblikkelijk, op een schotel. Ze krijgt wat ze wens. Wat erg. Getuigen van Jezus’ naam is blijkbaar levensgevaarlijk.

Johannes’ taak zit er op. De wegbereider is klaar. Jezus is gekomen. Johannes mag naar de hemel gaan. Hij is inderdaad minder geworden. Jezus moet meer worden. En wat gebeurt er nu? Het is déze Herodes Antipas, die nu zijn aandacht richt op Jezus. Wat een dreiging moet daar vanuit gaan. Maar wat doet Jezus? Laat Hij zich tegenhouden, omdat zijn getuigenis levens kost? Nee, zeker niet. Hij stuurt gewoon twaalf discipelen twee aan twee er op uit om te getuigen van Jezus’ naam. Wat laat Hij ons daarmee zien? Wees maar niet bang voor vervolging. Vertrouw op Jezus! Op zijn leiding en bescherming. Op zijn overwinning uit de dood!

Juist Jezus’ dood laat zien: alles lijkt verloren. Alle hoop lijkt vervlogen. Maar juist dan mogen Gods kinderen geloven en zien: schijn bedriegt. Jezus staat op uit de dood! Hij is juist door lijden en sterven heen de overwinnaar geworden. Een belangrijke les voor ons. Hebben wij Jezus meer lief dan onze eigen eer? Ja, zelfs meer lief dan ons leven? Laten we dan vrijmoedig spreken van zijn Naam. Zonder angstig te zijn voor de gevolgen van ons getuigenis. Laat het verlangen van Johannes ook ons verlangen mogen zijn: Hij moet meer worden, ik minder.

Lezen Markus 6:14-29 (klik hier).

Klik hier om de preek over Markus 6:14-29 te horen.