Meditatie over Markus 4:35-41

Heb je wel eens het gevoel dat God jou niet ziet? Dat Jezus jou niet helpt? Heere, waar bent U, als ik U nodig heb? Dat is ook precies het gevoel van de discipelen tijdens de storm op het meer. Onder de discipelen zijn een aantal zeer ervaren vissers. Zij weten heus wel dat een storm niet meteen een ramp is. Ze weten precies wat ze moeten doen als er plotseling een storm opsteekt. Maar hoe langer de storm doorgaat, hoe meer ze realiseren: dit komt niet meer goed. Er komt water in de boot. En de storm wordt alleen maar heviger. De paniek slaat toe. Ze redden het niet. Ze zullen zinken en verdrinken!

Zo maken ze Jezus wakker. In hun paniek zijn ze verontwaardigd dat Jezus nog steeds ligt te slapen in de boot. Hoe kan Hij dat nu doen?! “Meester, bekommert U Zich er niet om dat wij vergaan?” Geeft het u niets? Zijn wij niets waard in uw ogen? Ze roepen om hulp, maar wel op een grove, brutale manier. Ongehoord. Maar Jezus. Hij is geduldig. Hij wordt wakker, en bestraft de wind en zegt tegen de zee: zwijg, wees stil! Zoals je een commando geeft aan een hond, zo beveelt Jezus de wind en de zee. En wat gebeurt er, tot verbijstering van de discipelen? De wind en de zee gaan liggen! Onvoorstelbaar. Een machtig, groot wonder. Niet alleen de wind gaat plotseling liggen, precies op het moment dat Jezus spreekt. Ook de zee wordt stil. Dat kan niet, naar de mens gesproken. Er zit zoveel energie in het water. Al zou de wind plots gaan liggen, dan zou het water zeker nog een tijd lang onrustig blijven met golven. Maar Jezus heeft Goddelijke macht. Wind en zee luisteren naar zijn stem! Zó mag een christen vertrouwen op de zorg en leiding van Jezus. Hij, die alle macht heeft in de hemel en op de aarde. Als je je aan Hem toevertrouwt, dan komt het goed.

En dat is ook wat Jezus vraagt. Misschien wel het meest confronterende van dit Bijbelgedeelte is wat Jezus zijn discipelen verwijt. Hij zegt: “Waarom bent u zo angstig? Hebt u dan geen geloof?” Wat een vraag… Natuurlijk waren ze angstig! Ze keken de dood in de ogen. Ze stonden doodsangsten uit. Ze wisten maar één ding: wij vergaan. Tegen mensen in blinde paniek tijdens de Watersnoodramp in 1953 zeg je toch ook niet: waarom ben je bang? Zo’n angst is toch logisch? Is toch menselijk?

Zeker. Maar Jezus laat zien: Ik heb alle macht. Als je Mij werkelijk kent. Als je echt op Mij vertrouwt. Dan weet je: Ik ben niet alleen echt mens. Ik ben ook werkelijk God. En als je aan mijn almacht en majesteit, dan krenk je Mij daarmee. Dan doe je Mij onrecht.

Jezus vraagt onbegrensd vertrouwen van ons. Onmogelijk hè?! Inderdaad. Voor ons mensen onmogelijk. Maar bij God is dat mogelijk. Die ene vraag uit onze tekst is de deur tot geloofsvertrouwen. “Wie is Deze toch, dat zelfs de wind en de zee Hem gehoorzaam zijn?” Als je mag zien dat Deze inderdaad is de Zoon van de levende God. Dan kan het niet anders, of je gaat je steeds meer toevertrouwen aan zijn goddelijke zorg.

Lezen Markus 4:35-41 (klik hier).

Klik hier om de preek over Markus 4:35-41 te horen.