Meditatie naar aanleiding van 2 Samuel 5

Geloven is niet makkelijk. Soms kost het moeite en strijd. Strijd ook vooral tegen jezelf en je eigen gebrek en zonde. Hoe hou je het vol? En hoe strijd je op een goede manier? Een mooie les leert de HEERE ons in de geschiedenis van koning David. David wordt nu eindelijk, na een lange tijd van wachten en veel geduld, door het hele volk erkend en gezalfd als koning. Hij veroverde de stad Jeruzalem van de Jebusieten. En hij krijgt rijke zegen van de HEERE. Maar, als het goed gaat en God zijn zegen geeft. Dan is de duivel er altijd als de kippen bij om Gods kinderen te strijden. Herkenbaar, denk ik.

De burgeroorlog in Israël tussen David en Isboseth is voorbij (zie 2 Sam. 3 en 4). Daarom kan Israël nu zijn krachten bundelen. Maar als de Filistijnen dat horen, grijpen ze in. Dit is niet de bedoeling. Zij bundelen ook hun krachten en trekken met de legers van vijf grote steden naar het centrum in Israël. Ze strijken neer in het dal van Refaïm, een plek waar veel graan was. Ze zoeken David, om hem te doden.

David moet nu echt koning zijn. Wat doet hij? Hoe pakt hij dit aan? Hij begint, zoals een koning naar Gods hart moet beginnen. Met gebed. HEERE, wat wilt u dat ik doen zal? En de HEERE zegt: trek op! David doet het, en op verpletterende manier verslaat David de Filistijnen. Heeft David dat gedaan? Als je dat aan deze koning zou vragen, zou hij zeggen: nee. De HEERE heeft dit gedaan. Kijk maar hoe hij deze plaats noemt: Baäl Perazim. Dat betekent: de God van de doorbraak. De HEERE heeft de doorbraak gegeven. Zoals het water een dijk kan doorbreken en compleet kan wegvagen, zo heeft de HEERE de linies van de Filistijnen gebroken.

Maar de Filistijnen zijn hardleers. Ze weten niet van ophouden. We zien hier echt een duivels trekje. De duivel geeft ook nooit op. Hij heeft de strijd al verloren, Jezus Christus is de Overwinnaar. Maar de satan stopt niet, blijft aanvallen, verleiden en strijden. Zo ook de Filistijnen. Opnieuw vraagt David: HEERE, wat moet ik doen? Nu moet David van achteren de Filistijnen aanvallen. Maar ook nu is het de HEERE die helpt. De HEERE strijd niet met David. Nee, de HEERE gaat zelfs in de strijd vooruit. Hij gaat de Filistijnen verslaan, voordat David met zijn leger hen bereikt. Wanneer David geluid van voetstappen in toppen van moerbeibomen hoort, dan moeten ze zich haasten, “want HEERE is voor u uitgegaan om het leger van Filistijnen te verslaan.” Prachtig, de HEERE strijdt voor zijn volk.

En zo is het vandaag nog steeds. Als je het moeilijk hebt. Als je aanvechting ervaart. Als de satan je dicht op de huid zit. Geef dan niet op. Maar blijf gelovig staan en strijden. Hoe? Door te beginnen met gebed. Op je knieën. HEERE, wat moet ik doen? Helpt u mij in de strijd. En dan vervolgens, net als David (vers 25), de wil van God gehoorzaam te doen in je leven. Met vallen en opstaan. Strijden, tot eer van God. Want Hij zál je helpen. Ja, Hij is je al vooruit gegaan. De strijd is al gewonnen. Want Jezus Christus heeft overwonnen!

Lezen 2 Sam. 5:17-25 (klik hier).

Klik hier om de preek nogmaals te horen.